Monday, December 7, 2020

Language Funfact #1

 Aoccdrnig to rsceearh at Cmabrigde Uinervtisy, it deosn’t mttaer in what oredr the ltteers in a wrod are. Te olny iprmoatnt tihng is taht the frist and lsat ltteres are in the rghit pclae. Te rset can be a toatl mses and you can sltil raed it wouthit a porbelm. Tis is bcuseae the huamn mnid deos not raed ervey lteter by istlef, but the wrod as a wlohe.

Thursday, October 15, 2020

IT Tips

Als je een nieuwe taal wilt leren, biedt het internet een vrijwel onuitputtelijke bron van (leer)materiaal. Van simpele woordenlijsten en grammaticaoefeningen tot websites die je helpen om gesprekspartners te vinden en zelfs hele 'communities' van mensen die elkaar helpen met hun taalstudie. 

De vraag die dan belangrijk is: hoe vind ik dat?

Dit is waar een stukje IT-vaardigheid (IT = Information Technology) bij komt kijken. De nieuwere generaties krijgen dit vaak met de paplepel ingegoten, maar ook daar zijn er gevallen van digitale ongeletterdheid. Volgens het CBS had in 2016 één op de vijf mensen weinig IT-vaardigheid

(Het nieuwe rapport van 2019 is trouwens ook leuk om eens te bekijken)

Anyway, zelf ben ik redelijk vertrouwd met IT en over de jaren heen heb ik mijn leerlingen regelmatig de volgende aanpak voor IT-gerelateerde problemen op het hart gedrukt, onder te verdelen in 2 stappen:

Stap 1
Als je denkt: 'X of Y zou handig zijn', dan is de kans groot dat het al bestaat. Dit geldt voor informatie/tools op het internet maar ook voor de UI's (User Interface, ofwel 'menu') van bijvoorbeeld Word en Excel en de menu's van websites. Als je denkt dat een bepaalde functie handig zou zijn, kijk dan eens of die er 'toevallig' al is!

Stap 2
Vervolgens is het gewoon een kwestie van zoeken. Bij Google moet je effectieve zoektermen kiezen en bij programma's als Word gaat het om het navigeren van het menu waarbij je nadenkt over wat een logische plek zou zijn. Goede UI's worden namelijk zo logisch mogelijk ingericht, zodat de gebruiker makkelijk kan vinden wat hij nodig heeft.

En eigenlijk kun je deze twee stappen toepassen in heel veel situaties. Kijk maar naar de volgende voorbeelden.

Probleem: je hebt veel onkruid in je tuin en weinig verstand van en/of tijd voor tuinieren. 
Stap 1: besef dat je niet de enige bent met dit probleem.
Stap 2: zoek 'onkruid verwijderen'. Je leert dat er onkruidbranders bestaan en dan ben je een heel eind verder.

Probleem: je hebt geen idee hoe een onkruidbrander werkt.
Stap 1: besef dat je niet de enige bent met dit probleem. Er zullen vast instructies/video's over dit onderwerp zijn.
Stap 2: google 'hoe onkruidbrander'. Genoeg resultaten! :)

Probleem: je wilt geen geld uitgeven aan een apparaat waar je maar weinig gebruik van maakt.
Stap 1: besef dat je waarschijnlijk niet de enige bent met dit probleem. De kans is dus groot dat er al een oplossing is. Wat als je zo'n onkruidbrander zou kunnen huren?
Stap 2: zoek 'onkruidbrander huren'. Ook hier weer aardig wat opties.

Dus de volgende keer dat je tegen een (IT-)probleem aanloopt, probeer deze 2 stappen dan eens!

Thursday, September 3, 2020

Tools #2 - Testyourvocab.com

Over vocabulary gesproken (zie vorige blog), een andere leuke/handige site is testyourvocab.com. Hier doe je een korte test en krijg je een inschatting van hoeveel Engelse woorden je ongeveer kent.

Hoe werkt het? Je krijgt 2 lijsten met woorden te zien. Klik simpelweg op de woorden die je 'kent' (woorden waarvan je minstens 1 definitie kent. Woorden die je eerder gezien hebt maar waarvan je de betekenis niet zeker weet, klik je niet aan). 

De eerste lijst is vrij algemeen/makkelijk. De tweede lijst is veel specifieker en hangt af van hoeveel van de woorden op de eerste lijst je aan hebt geklikt. Ook binnen beide lijsten geldt dat de woorden steeds moeilijker worden.

Ten slotte vragen ze je om wat algemene informatie over jezelf te geven (leeftijd, hoe lang je Engels gestudeerd hebt, etc.). Daarna krijg je de schatting te zien en een aantal andere interessante statistieken. Bijvoorbeeld dat native speakers gemiddeld tussen de 20.000 en 35.000 woorden scoren op deze test.

Ik haalde net een score van 24.600. Niet verkeerd, maar kan beter.

En jij? :)

Monday, July 27, 2020

Tools #1 - Vocabulary.com

Vandaag weer een nieuwe categorie blogpost: Tools!

Al tijdens de stageperiodes van de lerarenopleiding was ik zo'n docent die veel gebruik maakt van digitale middelen. Spelletjes, online oefeningen, educatieve websites, handige tools om klassikale werkvormen te ondersteunen, etc. Al snel begon ik te werken aan een lijst van handige websites die ik makkelijk kon delen met collega's die zelf (nog) wat minder vertrouwd waren met ICT en de mogelijkheden die het brengt. Maar wat was het probleem? Er kwamen steeds meer en meer tools bij, allemaal met hun eigen handleiding, toffe mogelijkheden en ... beperkingen. Gelukkig gelden ook hier uitdrukkingen als 'standing the test of time' en 'survival of the fittest' - de beste tools, apps en websites blijven populair en gaan langere tijd mee. Denk bijvoorbeeld aan Kahoot en Duolingo. En wat gebeurd er met de tools die een onhandige interface hebben? Of een te hoog prijskaartje? Of ... noem maar op? Die verdwijnen na verloop van tijd vanzelf.

Anyway, in deze categorie blogpost zal ik af en toe 'tools' (websites, apps, games, etc.) delen waarvan ik het idee heb dat ze succesvol zijn, blijven of gaan worden.

Om maar gelijk met de deur in huis te vallen: vocabulary.com!

Dit is een website, gefocust op het verbeteren van je vocabulaire (ja-nee-maar-echt!). Waarom deze website? Je kunt er spelenderwijs je woordenschat verbeteren met de 'The Challenge' game. Nu zou ik natuurlijk een aantal pagina's kunnen schrijven over het dat allemaal werkt, maar het mooie is dat je het gewoon direct kunt proberen. Je word pas gevraagd om een (gratis) account aan te maken nadat je de eerste vraag hebt beantwoord. Vervolgens kun je gewoon nog 'try another question' blijven klikken om het wat langer te proberen, maar uiteraard is een eigen account wel zo handig.

Wat is er zo goed aan 'The Challenge'?
- Woorden op jouw eigen niveau. In theorie. Voor mij werkt het in ieder geval.
- Je leert een nieuw woord op verschillende manieren: in context, met voorbeelden, soms met afbeeldingen, een stukje uitleg over wanneer je het kunt gebruiken, uitleg over de oorsprong van het woord, etc.
- Scoresysteem (met achievements) voor extra motivatie.
- Korte sessies van 10 woorden per keer (maar je kunt natuurlijk gewoon door blijven gaan).
- Je kunt ook zelf lijsten met woorden toevoegen.
- Er zijn manieren om docenten aan leerlingen te koppelen, woordenlijsten toe te kennen, etc.

Oh ja! En naast 'The Challenge' hebben ze ook een soort teamspel ('Vocabulary Jam') waar 2 teams van willekeurige spelers het tegen elkaar opnemen. Nice!

Ik heb deze website in het verleden al vaker aan mijn leerlingen laten zien, maar nu gebruik ik 'em zelf ook om actiever aan mijn eigen vocabulaire te werken. Vandaar ook de link naar mijn profiel in het rechtermenu (op de mobile version van de website kun je dat alleen zien door 'website version' te klikken).

Good luck and have fun!

Friday, July 10, 2020

TIL #2 - Pulling Out All The Stops

Of je de 'recommended videos feature' van Youtube nou handig of vervelend vindt, af en toe lukt het ze inderdaad om interessante content te suggeren waar je zelf nooit naar zou hebben gezocht. Zo kwam ik gisteren bij het dit filmpje terecht. Naast dat het interessant was om te zien hoe enorm groot en indrukwekkend dit orgel is, vertelde de organist/orgelist (weer wat geleerd) dat de uitdrukking 'pulling out all the stops' hier ook vandaan komt. Kijk maar.

Wat we in het Engels bedoelen met 'pulling out all the stops' is dat je heel hard probeert/veel moeite doet om iets te bereiken. Oftewel, je geeft het je maximaal inzet. Net als zo'n megapijporgel waar je voor maximaal volume gaat door al die 'stops' open te zetten. Een leuke 'mental image' voor de volgende keer dat je ergens hard je best voor moet doen!

Bonus: Nog een paar voorbeelden van idiomen die uit de muziekwereld komen: link


Friday, July 3, 2020

TIL #1 - Crane Necking & Rubbernecking

Aangezien dit de eerste blogpost is in de 'TIL' categorie, lijkt het mij verstandig om de term even toe te lichten. De afkorting TIL staat voor 'Today I Learned' en wordt veel gebruikt op o.a. Reddit.

Wat is Reddit? Een groot online forumplatform met forums, zogeheten 'subreddits', over zo'n beetje elk onderwerp dat je kunt bedenken. 

Zo zijn er ook specifieke subreddits waar mensen interessante (en vaak opvallende) feitjes kunnen delen die ze geleerd hebben. Check bijvoorbeeld https://www.reddit.com/r/todayilearned/ om een idee te krijgen van wat ik bedoel.

'TIL' leek mij ook een leuke categorie voor mijn blog aangezien ik tijdens de lessen regelmatig op nieuwe, interessante taaldingetjes stuit.

Alright. Tot zover de introductie van het begrip TIL

----------------------

Zoals je misschien al wist, geef ik inmiddels al meer dan een half jaar privélessen Nederlands aan een Amerikaans expat-echtpaar. Tijdens deze lessen hoor ik soms Engelse termen die compleet nieuw voor mij zijn. Dat zorgt altijd voor leuke TIL-momenten en die wil ik graag met jullie delen.

Tijdens de vorige les kwamen de woorden 'crane necking' en 'rubbernecking' ter sprake.

Crane necking = afkijken/spieken. Het gaat hier om het idee dat je je nek uitstrekt als een kraanvogel om zo af te kunnen kijken bij een ander. En ja, blijkbaar zijn ook o.a. de woorden 'kraan' en 'hijskraan' op deze vogel gebaseerd.

Rubbernecking = ergens naar kijken op een domme manier; met name door bijv. langzamer te rijden om naar een ongeluk te kunnen kijken.


Wednesday, June 24, 2020

Cha Guest Blog #1 - Retronyms

Deze keer mag ik, Charissa Koops (‘Kroostcommander’* bij Trustwordy, Wouter’s vrouw en ook docent Engels) een guest blog schrijven. Hoi allen.

*dat leggen we in de toekomst nog wel een keer uit.


Soms kom ik leuke dingen tegen op internet en die deel ik dan graag. Zo ook vandaag. Heb je wel eens gehoord van een retroniem (retronym in het Engels)? Laten we het woord even analyseren.

Retro

- Achteruit

- Achterwaarts

- In de stijl van vroeger

- In omgekeerde volgorde


Niem

Het achtervoegsel -niem heeft te maken met ‘naam’. Denk bijvoorbeeld aan ‘synoniem’ (een ander woord, oftwel een andere naam, voor hetzelfde ding).

Dus wat is dan een retroniem? Nou, dat is een vorm van neologisme (letterlijk: nieuw woord), wat achteraf op een al bestaand concept wordt toegepast.


Bijvoorbeeld: 


Vroeger stond de Eerste Wereldoorlog bekend als ‘De Grote Oorlog’. Pas na de Twééde Wereldoorlog werd de naam ‘Eerste Wereldoorlog’ gebruikelijk.


En een stoomtrein? Voor de ontwikkeling van andere soorten treinen, waren stoomtreinen simpelweg treinen. 


Nog een paar:


De Nintendo Game Boy? Dat werd ineens de ‘Game Boy Classic’ toen de Game Boy Color op de markt kwam.


Acoustic guitars waren natuurlijk gewoon ‘guitars’ voor de elektrische gitaar bedacht was.


Scharrelvlees was gewoon vlees voor er onderscheid werd gemaakt tussen scharrel, biologisch en grasgevoerd. 


En lezer, kun je er zelf ook een paar bedenken? Ofwel bestaande retroniemen of een eigen creatie?


Friday, June 19, 2020

English VS Dutch #1 - Gezellig

Jawel beste lezers. Ook vandaag weer een nieuwe categorie blogpost, namelijk: English VS Dutch (afkorting EVD). In deze categorie blogposts beschrijf ik leuke, opvallende of belangrijke verschillen tussen Nederlands en Engels. Inspiratie voor deze categorie is het feit dat ik sinds eind vorig jaar naast de gebruikelijke Engelse privélessen en conversatiecursussen nu ook Nederlands geef aan een Amerikaans echtpaar. Toen ze met de lessen begonnen, spraken ze nog helemaal geen Nederlands en daarom leg(de) ik vaak de link tussen Nederlands en Engels. Zodoende stuiten we regelmatig op leuke taalverschillen en dat maakt het leerproces alleen maar interessanter. 

Vandaag houd ik het echter bij een bekend voorbeeld, namelijk het Nederlandse woord 'gezellig', waar eigenlijk geen goed Engels woord voor bestaat. Deze funfact haalde het nieuws toen President Obama het woord gebruikte in een speech.

Overigens is er ook een theorie die stelt dat de woorden die een taal heeft iets kunnen zeggen over de manier waarop de sprekers van die taal kijken naar het leven en de wereld. Dit is echter een onderwerp voor een andere keer (en valt onder de categorie 'Introduction to Language').

Thursday, June 11, 2020

Kids Quotes #1

Toen onze oudste zoontje ongeveer 26 maanden oud was, besloten mijn vrouw en ik om ons steentje bij te dragen aan de continuering van een eeuwenoude traditie: het opschrijven van leuke kinderquotes. Inmiddels is hij nu 3,5 jaar en hebben we 20 pagina's aan o.a. leuke opmerkingen, opvallend slimme uitspraken, taalgrapjes en fouten die hij soms maakt wanneer hij Nederlands en Engels door elkaar haalt.


In deze nieuwe categorie blogposts - Kids Quotes - zal ik af en toe de leukste quotes delen. Sommigen spreken voor zich; anderen hebben misschien een beetje context nodig. Ook zal ik soms wat taalfeitjes uitleggen of Engelse woorden/zinnen toelichten.


Vanwege privacy redenen gebruik ik voor de kids alleen hun voorletter.


1) Het begint al vroeg. Wel interessant dat hij op zo'n jonge leeftijd de link legt tussen 2 woorden met dezelfde 'oop' klank!

L (26 months) sneezes…

Mum: Oopsie, bless you!

L: Poopsie, bless you!

2) In ITL #3 vertelde ik al dat er bij kinderen gelet wordt op de lengte van hun zinnen om zo een inschatting te kunnen maken van hun taalvaardigheid. Zo waren wij best onder de indruk toen L, toen hij 25 maanden oud was, het volgende zei:
L (after throwing 2 balls out of the bath): Now there two balls out of the bath!
3) Met een tweetalige opvoeding is het voor kinderen soms lastig om te onthouden welke woorden bij welke taal horen.
L eating porridge (pap): “Nice and warm milk.” ... “toetje!”
4) En soms .. bedenkt hij ook gewoon zijn eigen woorden.
Volgens L:
Library (bibliotheek) = pa-pi-pa
Attic (zolder) = accit (uitspraak: ahkkit)
Raisin (rozijn) = jaja
5) Beduisde L, toen hij net had overgegeven:
L: Uh-oh.. Spilled (geknoeid). Need a clothy.
6) Kinderen leren al snel om zelfs complexe scenario's te verwoorden ... soort van. Zo beschreef hij de Doppler scan bij zijn 24-weken zwangere moeder als volgt:

L: Doctor. Mommy big belly. Whoosh whoosh.

7) Dan een leuke quote voor de gamers onder ons en een goed voorbeeld van (in dit geval zelfbedachte) onomatopoeia (ITL #5).
L, terwijl hij de ontstopper herhaaldelijk tegen de grond ... drukte*: “Gank** gank gank!"
*In het Engels 'plunge' je de 'plunger'. Plunger = onstopper. Voor het werkwoord 'to plunge' kan ik zo snel geen beter alternatief bedenken dan 'drukte'.

**Even een toelichting voor de niet-gamers: ganking.

8) Tot slot, L die misschien nog niet heeft uitgevogeld dat je in alledaags taalgebruik sommige klanken weglaat ('ben niet bang' => 'benniebang').
L: mommie, sing more benniebang.
Hij heeft het hier natuurlijk over het roodkapje liedje ('benniebang' voor de boze wolf).


Al deze quotes komen uit de eerste 2 maanden dat we begonnen met het opschrijven van quotes. Naarmate hij ouder wordt, zie je dat hij echt een gevoel voor taal ontwikkelt, met ook de nodige humor! Erg leuk -en vaak ook interessant- voor mij om te delen dus, maar laat vooral even weten (bijv. via de comments onder deze post) wat je er van vond.

Ter afsluiting nog één quote dan:

L (in dezelfde periode), slowly pushing himself and his high chair away from the table: See you later!!!

Monday, June 8, 2020

Blog Update #2 - Categories!

Inmiddels is mijn vorige blogpost alweer een maand geleden. Dit komt vooral omdat ik:
1) nu te druk ben met andere dingen (o.a. wat meer leerlingen, leren van C++, gezin, etc).
2) op een onderwerp ben gestuit waar ik nog te weinig over weet om er iets zinvols over te schrijven (talen voor dieren).
3) de motivatie om te schrijven soms ver te zoeken is.

Voorlopig staat het 'Introduction to Language' project dus even op pauze.

Wel wil ik leuke/interessante dingen blijven posten. Zoals ik in mijn allereerste blogpost al zei, de format van de blog stond nog niet vast en daarom introduceer ik bij deze, met ongepaste trots (want zó revolutionair is het nou ook weer niet),
CATEGORIES!
Oftewel, ik ga onderscheid maken in het soort posts die ik plaats. Op die manier weet de lezer meteen wat voor soort post het is en kan ik ze later makkelijker archiveren. 

De eerste categorie is natuurlijk waar ik tot nu toe telkens over heb geschreven, namelijk: het boek 'Introduction to Language'. Deze categorie noem ik simpelweg ITL.

Verder zou ik natuurlijk over van alles en nog wat (op het gebied van taal, uiteraard) kunnen schrijven, maar ik denk dat ik op korte termijn eens een paar leuke taal-gerelateerde quotes van onze oudste (en tweetalige) zoontje zal posten. Misschien dat ik die categorie dan maar 'Bilingual Children's Quotes' noem, of iets dergelijks. Misschien komt er nog een aparte 'Funfact' categorie. En misschien aparte categorieën voor bijvoorbeeld 'Language Tips', 'Language Jokes', 'Etymology' of 'Today I Learned' (zie ook TIL op Reddit). Ten slotte nog een andere, voor de hand liggende categorie, voor posts als deze: 'Blog Updates'. Het kan nog alle kanten op!

Samenvattend: door af te wijken van mijn huidige format heb ik meer flexibiliteit om leuke taaldingen te delen. Nice!

Uiteraard zijn feedback, suggesties en overige reacties altijd welkom. Ook kun je je 'subscriben' (rechtsboven) om automatisch een update te krijgen als er weer nieuwe blog posts zijn :)

Saturday, May 9, 2020

ITL #11 - Learning Grammar & Universal Grammar

Wanneer wij in onze jeugd te maken krijgen met de grammatica van bijv. Engels, Frans en Duits dan is dat, zeker in het begin, best lastig. Het lijkt wel een heel andere taal!

Maar .. besef je dat, hoewel bovengenoemde talen grote onderlinge verschillen hebben, er vooral ook heel erg veel overeenkomsten zijn? Sterker nog, dat geldt voor alle talen die er zijn. Hoe meer we talen onderling vergelijken, hoe meer bewijs er lijkt te zijn voor iets wat we nu ‘Universal Grammar’ noemen. Dit is de theorie dat mensen geboren worden met een taalkundig vermogen, een soort bouwtekening, voor alle mogelijke talen en dat we vervolgens op jonge leeftijd aanleren welke onderdelen op onze moedertaal van toepassing zijn.

Bij het leren van een nieuwe taal (hallo, doelgroep!) is het natuurlijk erg interessant om te kijken wat we kunnen leren van de manier waarop kinderen hun moedertaal aanleren. Zo wordt in de taalkunde onderscheid gemaakt tussen ‘language learning’ en ‘language acquisition’. Hier kom ik later uitgebreider op terug maar met ‘acquisition’ gaat het er vooral om dat je je de taal onbewust eigen maakt. Precies het tegenovergestelde van hoe wij vaak taalles krijgen op school dus. Daar ligt namelijk nogal wat nadruk op het aanleren van regels. En zoals we in de vorige blogpost zagen, proberen deze ‘regels’ te beschrijven hoe de taal daadwerkelijk gebruikt wordt.

Op zich is er natuurlijk niks mis met het bewust leren van grammaticaregels. Daar wil ik echter wel twee kanttekeningen bij zetten:

1) leeftijd speelt een rol. Voor de meeste tieners zijn grammaticataregels een relatief lastig onderwerp. Als de hersenen helemaal uitontwikkeld zijn (20-25 jaar, denkt men) is het een stuk makkelijker om bijvoorbeeld vergelijkingen te maken tussen de taal of talen die je kent en de taal die je wilt leren.

2) Daarnaast denk ik dat sommige mensen simpelweg meer aanleg hebben voor zo’n gestructureerde aanpak dan anderen. Ik geef regelmatig les aan studenten/volwassenen die zich helemaal op de grammaticaregels willen storten. Vaak simpelweg omdat dit is wat ze geleerd hebben op school. Dit is natuurlijk heel anders dan de manier waarop je je moedertaal leert (vooral veel input en ‘gewoon doen’).

Over het algemeen is mijn advies met betrekking tot grammaticaregels dan ook: ben jij iemand voor wie het leren en toepassen van regels goed werkt? Alright, ga de regels maar leren. En zo niet, zorg dat je veel input krijgt (films/video’s, gesprekken met anderen, audiobooks, etc.) en dat je goed let op hoe de taal gebruikt wordt. Zie je een voor jou nog onbekende structuur? Maak even een (mentale) aantekening. Voor beide gevallen geldt: probeer de grammatica ook gelijk toe te passen. Het liefst in gesprekken met anderen of desnoods door bijvoorbeeld voorbeeldzinnen op te schrijven. Voor de belangrijkste grammaticaonderdelen, zoals bijvoorbeeld de tenses, woordvolgorde en a/an, kun je natuurlijk ook online zoeken naar oefenopdrachten. Een website die ik vaak gebruik is https://www.englishpage.com/, met name voor de tenses die heel overzichtelijk worden uitgelegd. Daarnaast ken ik veel docenten die fan zijn van https://www.englisch-hilfen.de/en/.

Tot slot is het waarschijnlijk goed om ook hier nog eens te benadrukken dat fouten maken niet erg is. Als je bang ben om fouten te maken, kan dat je voortgang enorm belemmeren. En daarnaast: over het algemeen is communicatie het hoofddoel. Dat lukt ook wel als je de taal nog niet perfect beheerst.

Bonus 1: een interessant artikel over language learning vs language acquisition met belangrijke aandachtspunten bij het leren van een tweede taal. Interessant voor docenten én leerlingen, maar misschien qua taalniveau een beetje lastig om te volgen.

Bonus 2: in deze video wordt de theorie van Universal Grammar nog eens helder samengevat. Ze leggen goed uit hoe het aanleren van een taal anders is dan andere vaardigheden, hoe snel dat gaat en hoe bijzonder dat eigenlijk is. Zeker een aanrader!

Weet jij nog goede websites die handig zijn voor het oefenen van meerdere Engelse taalvaardigheden? Zet ze in de comments! Ik ga waarschijnlijk nog een keer een groot overzicht maken van handige websites.

Saturday, April 25, 2020

ITL #10 – Correct and Incorrect Grammar


In de vorige blogpost zagen we dat grammatica een beschrijving is van de regels die mensen onbewust toepassen in hun alledaagse taalgebruik. Vandaag gaan we kijken naar correcte en incorrecte grammatica.

Allereerst, kijk eens naar dit fragment uit IT crowd (een Britse comedy show). De zin “We don’t need no education” bevat een dubbele ontkenning (‘double negative)’ en dat wordt soms gezien als ongrammaticaal. In 1762 schreef de invloedrijke Bischop Robert Lowth namelijk een boek met grammaticavoorschriften, met onder andere de regel dat twee ontkenningen elkaar opheffen. Dat terwijl er genoeg talen zijn (zoals Frans en Italiaans) waar dit nog steeds normaal is! In die tijd werd de middenklasse van de samenleving echter steeds groter en deze mensen wilden maar al te graag ‘goed’ kunnen spreken. Zodoende verspreidden de nieuwe regels zich snel.

En zo hebben we in Nederland te maken met het gevreesde ‘groene boekje'. Ook hierin worden eens in de zoveel tijd nieuwe regels voorgeschreven. Denk aan ‘pannenkoek’ met een ‘n’. Dit werd in 1995 ingevoerd. Ik was toen 9 jaar oud en vond het maar raar dat we dit soort woorden opeens anders moesten gaan schrijven. Ook vandaag de dag hoor ik mensen nog wel eens gekscherend de zogeheten tussen-n extra benadrukken.

Het voorschrijven van grammaticaregels, zoals door Lowth en het groene boekje, wordt ook wel ‘prescriptive grammar’ genoemd. Dit in tegenstelling tot het simpelweg beschrijven van grammatica zoals die gebruikt wordt: ‘descriptive grammar’.

Nu klinkt het misschien alsof er soms kleine groepjes mensen zijn die zomaar even de taal op de schop kunnen nemen. Dat is natuurlijk niet zo. Het is een gegeven dat taal verandert over tijd (kom ik later nog eens uitgebreider op terug), maar uiteindelijk zijn het de mensen zelf die het laatste woord hebben (Pun intended). Zo lazen we op bovenstaande Wikipedia-pagina dat de NOS het groene boekje van 2005 destijds boycotte en kun je op de website van de NOS hun huidige standpunt lezen wat betreft het groene en witte boekje.

Daarnaast zijn er in het dagelijks leven natuurlijk mensen die altijd klaarstaan om hun medemens te corrigeren wanneer ze bijv. “aan hun” zeggen (of andere veelgemaakte taalfouten). Dit is een belangrijke manier waarop ‘nieuwe regels’ worden verspreid. Soms zijn er trouwens ook gewoon regionale verschillen. Zo had ik voor ik richting het noorden van Nederland verhuisde nog nooit gehoord van ‘losse’ ramen, deuren of winkels in de zin van ‘open’. En dubbele ontkenningen komen naar mijn idee vaker voor in de richting van de randstad (‘nooit geen’, ‘nooit niet’, etc).

Over dubbele ontkenningen gesproken: AAVE (African-American Vernacular English of ‘Black English’) is ook een goed voorbeeld van grammatica waar veel mensen van denken dat het ongrammaticaal is. Halverwege vorige eeuw werd dit dialect vaak nog als minderwaardig gezien. Sterker nog, ook vandaag de dag zullen er mensen zijn die het gebruik van Black English afkeuren. Onterecht. Het is simpelweg een ander dialect met grammatica die net zo complex, en die net zo goed in staat is, om de spreker zichzelf uit te laten te drukken. En in dat dialect is de zin “she be working there every Tuesday” gewoon grammaticaal correct (zoals hier wordt uitgelegd). Vanwege sociale omstandigheden wordt er in de praktijk echter vaak voor gekozen om toch (ook) maar het meest gangbare, het meeste prestigieuze, dialect aan te leren. Ook hier in Nederland zou iemand die bijvoorbeeld op ‘het platteland’ is opgegroeid misschien een poging doen om naast zijn eigen dialect (zie link voor alle Nederlandse dialecten) ook Standaardnederlands te leren. Want blijkbaar kan het spreken van een dialect onder andere leiden tot loonverschillen. Zelfs hier in Nederland.

Vandaag de dag  wordt er wereldwijd steeds meer aandacht besteed aan gelijke rechten, maar taaldiscriminatie komt dus vaker voor dan je denkt. In Artikel 21 van de EU grondrechten staat dat discriminatie op basis van onder andere taal verboden is. Gelukkig kunnen wij nu in ieder geval wat meer waardering opbrengen voor verschillende dialecten, afwijkende grammatica en veranderingen in de taal!

Volgende keer gaan we het hebben over (het leren van) de grammatica van een andere taal so stay tuned!

Bonus 1: Ik kwam onlangs een artikel tegen over de oorsprong van het woord quarantaine. Gezien de huidige Coronacrisis een actuele en verrassende funfact die ik graag met jullie deel: link.

Bonus 2: Een leuke feature van Google is dat je ook op een precieze term kan zoeken door aanhalingstekens om de zoekterm te zetten. Ik gebruik dit vaak om te controleren of bepaalde Engelse woorden of zinnen veel voorkomen. Als we dit in dit geval zoeken naar “pannenkoekenrestaurant” en “pannekoekenrestaurant”, zie je dat de spelling met een ‘n’ 166.000 resultaten oplevert, tegenover 9.890 resultaten zonder ‘n’. Het is natuurlijk geen wetenschappelijk onderzoek, maar het geeft je wel een idee van in hoeverre die spellingsregel geaccepteerd is.

Bonus 3: Over taal en de EU gesproken, op deze website kun je een korte samenvatting lezen over de doelstelling van de EU wat betreft taal. Interessant!

Thursday, April 9, 2020

ITL #9 - What is Grammar?

In de komende blogs ga ik het hebben over iets dat wel eens ‘de lijm van de taal’ genoemd wordt en het favoriete onderwerp van elke VO-leerling: grammatica. Maar wat is ‘grammatica’ nou eigenlijk?

Voor taalkundigen is de grammatica van een taal een reeks van regels die nodig zijn bij het samenstellen van woorden, uitdrukkingen en zinsdelen.

Deze kennis kan worden onderverdeeld in een aantal categorieën:

Fonologie - regels voor het combineren van klanken bij het maken van woorden
Voorbeeld:
‘balk’ is een goed en bestaand woord.
‘bolk’ zou een woord kunnen zijn; deze combinatie van klanken is mogelijk.
‘lbak’ kan niet. Blijkbaar kan een woord in het Nederlands niet beginnen met ‘LB’. In andere talen mogelijk wel. En blijkbaar kan deze combinatie wel in het midden van een woord voorkomen: ‘afvalbak’.

Morfologie - regels voor woordvorming
Voorbeeld:
geluk => gelukkig => ongelukkig => ongelukkigheid
toegang => toegankelijk => toegankelijkheid

Syntaxis - regels voor zinsbouw
Voorbeeld:
“Kunt u mij vertellen hoe laat het is?” is een goede zin.
“U mij kunt hoe laat het is vertellen?” is een slechte zin.

Semantiek - regels voor het toewijzen van betekenis
Voorbeeld:
“De man slaat de hond met de stok” kan meerdere betekenissen hebben. De regels over het toewijzen van betekenis zorgen ervoor dat je beide betekenissen kunt begrijpen.

Deze categorieën zijn tegelijkerheid wetenschapsgebieden. Waar men zich in de natuurkunde bezighoudt met wetmatigheden als zwaartekracht, houden taalkundigen zich bezig met de wetmatigheden van ons alledaagse taalgebruik. En net zoals we als kinderen leren lopen zonder enig bewust besef van alle natuurlijke krachten die op dat moment op ons van toepassing zijn (zwaartekrachte, momentum, frictie, etc.), leren we ook om te spreken zonder dat we ons al te veel bewust zijn van de regels.

Vervolgens, als ervaren spreker van een taal, pas je dus de aangeleerde regels toe. Of beter gezegd: alle zinnen die je uit, zijn gebaseerd op bepaalde regels die jij je eigen hebt gemaakt. Hoewel er (kleine) onderlinge verschillen kunnen zijn tussen verschillende gebruikers van een taal, zijn er dus vooral veel regels waar men het over eens is. Dat is handig, want het voorkomt een hoop miscommunicatie. Sterker nog, een taal is een taal omdat veel mensen dezelfde regels (en woorden) gebruiken!

Volgende keer gaan we het hebben over pannenkoeken en hun/hen!

Bonus: 
The word grammar is derived from Greek γραμματικὴ τέχνη (grammatikē technē), which means "art of letters", from γράμμα (gramma), "letter", itself from γράφειν (graphein), "to draw, to write".[7] The same Greek root also appears in graphics, grapheme, and photograph. Wikipedia

Thursday, March 26, 2020

ITL #8 - Knowing a Language Part 5: Linguistic Knowledge and Performance


In de afgelopen 5 blogposts schreef ik over het kennen  van een taal en welke onderdelen en eigenschappen daar bij horen. Vandaag sluiten we dit onderwerp af door te kijken naar de mate waarin je vertrouwd bent met een taal.

We hebben gezien dat als je een taal kent, je de klanken en de woorden van die taal kent. Daarnaast kun je onderscheid maken tussen correcte en incorrecte zinnen en kun je jouw creativiteit toepassen om oneindig lange zinnen te maken. Dus stap eens af op de dichtsbijzijnde persoon (wel 1.5m afstand houden vanwege het Corona virus!) en vertel diegene eens wat je het afgelopen weekend hebt gedaan. Hier komt de uitdaging: het mag maar 1 zin zijn en je moet 10 minuten volpraten.

Hoe ging het? Niet te doen, neem ik aan?

Ondanks dat je de nodige kennis hebt, zijn er dus toch nog bepaalde beperkingen wanneer je die kennis probeert toe te passen. Je kunt bijvoorbeeld de draad kwijtraken, bepaalde woorden even vergeten, stotteren, je verspreken, etc. Kortom, er is een verschil tussen je ‘linguistic knowledge’ en je ‘linguistic performance’.
Funfact: ook in gebarentaal kan men zich verspreken. Bijvoorbeeld wanneer de beweging van het ene gebaar te laat wordt gestopt bij het maken van het opvolgende gebaar of wanneer men een aspect van het nieuwe gebaar te vroeg inzet.

Overigens geldt diezelfde kloof ook voor het verwerken van input. Als bijvoorbeeld een politicus te lange zinnen gebruikt, wordt het op een gegeven moment lastig te volgen en dus irritant. Daarom passen mensen hun taalgebruik vaak aan om zo te zorgen dat de ontvanger het beter kan volgen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop veel volwassenen tegen kinderen en baby’s praten in zogeheten ‘infant-directed speech’ of ‘baby talk’ (al zijn er wel hele discussies over de impact van dit versimpelde taalgebruik op het taalverwervingsproces van kinderen).

En een leuk voorbeeld uit Introduction to Language, over het kunnen volgen van gesproken taal:
“What’s one and one and one and one and one and one and one and one and one and one?” “I don’t know,” said Alice. “I lost count.” “She can’t do Addition,” the Red Queen interrupted. - LEWIS CARROLL, Through the Looking-Glass, 1871
Op zich begreep Alice de invididuele woorden natuurlijk wel en ook het optellen zou waarschijnlijk geen probleem zijn ... als er maar niet zoveel herhaling in zat waardoor ze de tel kwijtraakte!

Linguistic performance is iets waar je aan kunt werken. Denk bijvoorbeeld aan free flow rappers. Voor zover ik weet steken ze veel tijd in het oefenen van deze vaardigheid. Maar ook voor jou geldt waarschijnlijk: of het nou om je moedertaal gaat of een tweede of derde taal, practise makes perfect!

*Bonus: Dit is een geheugensteuntje voor het onthouden van de eigenschappen van de gebaren in gebarentaal: HOLME. Het staat voor Handshape, Orientation, Location, Movement, Expression.

Friday, March 20, 2020

ITL #7 - Knowing a Language Part 4: Sentences and Nonsentences

In eerdere blogs hebben we gekeken naar de onderdelen en eigenschappen van een taal die je kent als je de taal beheerst. Dat zijn dus de klanken, de woorden en het gegeven dat deze met een beetje menselijke creativiteit gecombineerd kunnen worden om een oneindig aantal nieuwe zinnen te vormen. Maar als je de taal kent, ben je je ook bewust van welke zinnen mogelijk zijn en welke niet.

Kijk maar eens naar de volgende zinnen. Ze zijn allemaal gebaseerd op een eerdere blogpost. Een aantal van deze zinnen zijn rechtstreeks gecopy-pastet (yup, dat is blijkbaar hoe je het schrijft) vanuit de oorspronkelijke tekst. De rest van de zinnen is gevormd door een Markov Chain text generator.
- Ging het in een vervolg op lijken ze in Google geplukt en toch wat onderscheid weet.
- Elke taal bezig bent sommigen ook correct is het niet herkennen wanneer iemand de zinnen en.
- Over te begrijpen waar het monsterlijke resultaat de woorden snel vaak zijn vrij simpel andere meer.
- Luister hier naar het monsterlijke resultaat.
- Taal dus wil ik bedoel de zinnen in dat vooral de juiste klank van Google Translate.
- Aantal klanken tenminste je detect language als een leuk nieuw woord ook correct is voor sommigen.
- Als je ‘Detect language’ klikt, klinkt het nog verbazingwekkend goed.
- Heeft vandaag gaan we snel vaak dan lig je in Google de nieuwbedachte woorden snel genoeg.
- Vaak zijn het dan ook juist de nieuwbedachte woorden die ‘woord van het jaar’ worden.
Als het goed is, heb je een vrij helder idee van welke zinnen ‘kloppen’ en welke niet. Maar hoe werkt dat dan? Waarom zeggen we dat sommige van deze zinnen niet mogelijk zijn en anderen wel?

We weten dat een zin oneindig veel woorden kan hebben (zie #7 - Knowing a Language Part 3: Creativity) en dat het aantal mogelijke zinnen oneindig is. En hoe slim je ook bent, je hersenen hebben hun beperkingen. Je zou dus nooit een soort database kunnen hebben van alle mogelijke zinnen. Bovendien zou je dan ook niet kunnen bepalen of een nieuwe zin, die je nog niet eerder gezien hebt, goed is. Blijkbaar zijn er dus bepaalde regels voor het vormen van zinnen die ons in staat stellen om nieuwe zinnen te vormen en te interpreteren. Deze regels moet je al op jonge leeftijd leren. Gelukkig is het leerproces grotendeels onbewust en gaat het dus eigenlijk automatisch!

Ten slotte nog een leuk voorbeeld van mijn 3-jarige zoontje die zichzelf midden in dit leerproces hardop verbetert (wij zeiden verder niets):
I want to not wait until the sun is up.
I wanna not wait until the sun is up.
I don’t want to wait until the sun is up.
Ik: "Heeey, well done!"

Saturday, March 14, 2020

ITL #6 - Knowing a Language Part 3: Creativity


Ooit wel eens iemand horen zeggen: ‘ik ben niet zo creatief’? Well, hold that thought!

In de vorige blogposts ging het over de klanken en woorden van een taal; onderdelen van de taal die je kent wanneer je de taal beheerst. In deze blogpost voegen we daar het creatieve* aspect aan toe.

*van ‘creëren’, het maken/scheppen van nieuwe dingen.

Zoals je weet gebruiken we in het dagelijkse leven veel uitdrukkingen die we vaak herhalen. Uitdrukkingen als:
Wat zeg je? 
Het gaat straks regenen.
Gefeliciteerd met (de verjaardag van) je broer!
Of in het Engels:
Nice to meet you.
How are you doing?
Have fun!
en andere veelgebruikte standaardzinnetjes die handig zijn om te leren.

Maar veel van de dingen die we zeggen, hebben we nog nooit eerder gezegd. Soms komt er ook wel eens een zin uit je mond waarvan je meteen zoiets hebt van ‘yeap, dit heeft nog nooit iemand eerder gezegd’. Dit is voor veel mensen een leuke realisatie omdat het bedenken van een nooit eerder bedachte zin ook gezien kan worden als een bevestiging van de originaliteit van een individu. Er zijn zelfs hele subreddits, zoals deze en deze
, speciaal voor het delen van nieuwe en originele zinnen.

Laten we vooral ook niet vergeten dat originaliteit een zeeeer belangrijke rol speelt bij het menselijke flirtproces/paringsproces in de vorm van foute openingszinnen). Eh, toch?

Maar denk ook aan bedrijfsnamen en slogans. Hoe catchier (pakkender) ze zijn, hoe beter. Meestal wordt er dan ook veel tijd gestoken in het bedenken van een goede, originele naam/slogan. Lees hier bijvoorbeeld de verhalen achter de namen en slogans van een aantal bekende bedrijven. 

Net als bij veel andere bedrijven is ook de naam van mijn onderneming (‘Trustwordy’) een woordspeling: ‘Trustworthy’ (betrouwbaar) maar dan met ‘wordy’ omdat mijn werkzaamheden met taal, en dus woorden, te maken hebben.

Al onze creativiteit, samen met een aantal belangrijke eigenschappen van taal waar ik zo op terug zal komen, zorgt ervoor dat het het aantal mogelijke zinnen die we kunnen bedenken ONEINDIG is.

Sterker nog. In theorie zou zelf één enkele zin oneindig lang kunnen zijn. Eén van de eigenschappen van taal is namelijk dat je meerdere bijvoeglijke naamwoorden (adjectives) achter elkaar kunt gebruiken. Bijvoorbeeld:
De vriendelijke, oude, ietwat demente man.
In principe is er geen limiet aan het aantal herhalingen en kun je zelfs hetzelfde bijvoeglijk woord blijven herhalen:
De oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude man.
Op die manier benadruk je dus hoe oud de man is ... maar of de beschrijving dan nog interessant is, is natuurlijk nog maar de vraag. Hoe dan ook, grammaticaal gezien kan het!

Een ander onderdeel van de taal dat oneindig lange zinnen mogelijk maakt is de bijzin (subclause). Alle talen hebben deze eigenschap en ze stellen je in staat om een zin steeds verder uit te breiden:
De hond achtervolgde de kat.
De hond, nog slaperig van zijn middagdutje, achtervolgde de kat.
De hond, nog slaperig van zijn middagdutje, verblind door de zon die door de nieuwe, fel rode achterdeur naar binnen scheen, achtervolgde de kat zonder enig besef van de onzinnige taal die zou worden gebruikt om zijn slecht verzorgde vacht – nee maar echt niet normaal slecht hoor -, zijn opvallende, afwijkende renbeweging – veroorzaakt door het feit dat zijn baasje hem in een jolige bui sokken had aangetrokken tijdens het eerdergenoemde middagdutje – en zijn donkerbruine vermoeden dat dit soort ‘grapjes’ vaker zouden kunnen gaan plaatsvinden daar zijn baasje voor de komende 2 weken thuis zou zijn vanwege het COVID-19 virus te beschrijven.
Zo zou je nog een tijdje door kunnen gaan en sommige mensen zien het bedenken van extreem lange zinnen als een leuke uitdaging. Kijk bijvoorbeeld eens naar deze 65 lange zinnen uit de literatuur. De langste zin in dat rijtje heeft 2156 woorden en het lijkt erop dat het huidige record voor de langste zin een compleet boek is met één zin van maar liefst 13955 woorden (The Rotter’s Club van Jonathan Coe)!

Een andere plek waar lange zinnen als iets goeds worden gezien is bij jonge kinderen. Daar wordt namelijk regelmatig gekeken naar de lengte van de zinnen die ze maken om een idee te krijgen van hun taalvaardigheid. Zo vormde mijn oudste zoontje, toen hij net 2 jaar was, de volgende, redelijk lange zin nadat hij net een tweede bal uit z’n bad had gegooid:
‘Now there two balls out of the bath!’
Voor zijn leeftijd was dat toen best goed!

Zinnen die té lang zijn, zijn natuurlijk lastiger om te volgen. De ontvanger moet namelijk meerdere verschillende ideeën gaan verwerken. Als we met schrijfvaardigheid bezig zijn, raad ik mijn leerlingen dan ook altijd aan om hun zinnen redelijk kort te houden. Deze korte tekst, die gaat over de lengte van zinnen en het ‘schrijven van muziek’, legt dit principe perfect uit!

Dat brengt mij bij het volgende punt: als je een taal kent, kun je ook nieuwe zinnen uit die taal begrijpen. Het boek Introduction to Language illustreert dit met de volgende zin:
Daniel Boone decided to become a pioneer because he dreamed of pigeon-toed giraffes and cross-eyed elephants dancing in pink skirts and green berets on the wind-swept plains of the Midwest.
Het gaat helemaal nergens over, maar je begrijpt wel wat er staat, afhankelijk van hoe goed je de Engelse taal beheerst.

Dus creativiteit is een essentieel aspect van taal. Het stelt ons in staat om enorm veel dingen te verwoorden en zo creëren we elke dag weer compleet nieuwe zinnen. Natuurlijk is de ene mens creatiever dan de ander maar eigenlijk zijn mensen in het algemeen dus behoorlijk creatief!

Funfact: er schijnen in totaal meer dan 130 miljoen boeken te zijn uitgebracht. En dat is alleen nog maar de geschreven taal!

Thursday, March 5, 2020

ITL #5 - Knowing a Language Part 2: Words (vervolg)

Aan het einde van de vorige blog (link) noemde ik kort dat er weinig of geen verband lijkt te zijn tussen woorden en hun betekenis en dat ik hier nog op terug zou komen. Bij deze!

Heb je ooit iemand “What’s in a name” horen zeggen?
Sue: I want to buy this pair of jeans.
Mother: This other pair is much cheaper.
Sue: But it doesn't have the designer brand name.
Mother: What's in a name?
Our company values experience and proven ability over the various degrees and titles that appear on your résumé. What's in a name, that's our opinion.
Oorspronkelijk komt deze quote uit het toneelstuk Romeo & Juliet van William Shakespeare. Zoals je misschien al weet gaat het in dat verhaal over 2 tieners met een ingewikkelde relatie vanwege de haat tussen hun families. Juliet betreurt de naam van Romeo. Want, redeneert ze, als hij een andere naam zou hebben, zou de vete tussen de families geen probleem zijn voor hen!
Only your name is my enemy. You’d be yourself even if you ceased to be a Montague. What’s a Montague, after all? It’s not a hand, foot, arm, face, or any other body part. Oh, change your name! What’s the significance of a name? The thing we call a rose would smell as sweet even if we called it by some other name. So even if Romeo had some other name, he would still be perfect.
Oftewel, wat maakt de naam nou uit?!

Wanneer Shakespeare het heeft over de roos, observeert hij dus eigenlijk dat er geen relatie is tussen woorden en hun betekenis.

Denk eens aan woorden zwart, straat en gehaktbal. Is er een verband tussen deze ‘opeenvolging van nietszeggende klanken’ en wat we met deze woorden bedoelen? Nee! We zien wel dat ‘gehaktbal’ (gaar voorbeeld misschien) bestaat uit ‘gehakt’ en ‘bal’. En ‘gehakt’ komt natuurlijk van het werkwoord ‘hakken’. Maar ‘hak’ en ‘bal’? Nope. Alle logica ontbreekt.

Funfact: dit onderwerp - de link tussen woorden en hun betekenis - is niet bepaald nieuw. Plato (400 BC) had het er bijvoorbeeld ook al over! Zie link.

Linguïsten (taalwetenschappers) zijn het er dus over eens te zijn dat de relatie tussen woorden en hun betekenis arbitrair (willekeurig) is. Er zijn echter wél groepen woorden die in beperkte mate wat systeemmatigheid laten zien.

Allereerst is er de categorie onomatopoeia (van het Griekse “naam” en “ik maak”). Dit zijn woorden die bepaalde geluiden imiteren of suggereren of er op een of andere manier op lijken. Een groot onderdeel binnen deze groep zijn de dierengeluiden. Denk daarbij aan uitdrukkingen als:
kukeleku, twiet twiet, waf waf, miauw miauw, knor knor, etc.
Wist je trouwens dat deze, net als veel onomatopoeia, soms (compleet) anders zijn in andere talen? In het Engels heb je bijvoorbeeld:
cock a doodle doo, chirp chirp, bow wow, meow, oink oink. 
Op deze website kun je een flink aantal geluiden en talen vergelijken. Altijd leuk!

Waar je ook veel onomatopoeia tegenkomt, is in stripboeken.
Crash! Pow! Blam! Crack!
Zo kwam ik de volgende website tegen waar ze een heleboel van dit soort termen op een rijtje hebben gezet, inclusief een link naar de bron. Click!

Een andere kleine vorm van structuur in de taal bestaat uit bepaalde combinaties van klanken die op één of andere manier toch iets te maken hebben met een bepaald concept. Zo zie je in stripboeken regelmatig woorden die eindigen in -ash. Ze beschrijven vaak acties met een krachtige impact.
Bash, clash, crash, dash, flash, gnash, lash, mash, quash, slash, smash, splash, squash, thrash!
Daarnaast zijn er veel Engelse woorden die beginnen met ‘gl’ en die iets te maken hebben met zicht.
Glare, glint, gleam, glitter, glossy, glaze, glance, glimmer, glimpse en glisten. 
Maar woorden als gladiator, glucose, glory, glutton en globe, die ook beginnen met ‘gl’ zijn ongerelateerd.

Een ander voorbeeld, dat in ieder geval een rol lijkt te spelen in Engels, Nederlands en Duits is ‘sn’ voor woorden die te maken hebben met het mond/neus-gebied.

Engels: snap, sneer, sniff, snore, snot.
Nederlands: snakken, snavel, snoet, snor, snuffelen.
Duits: Schnabel, schnarben, schnaufen, schneuzen.
 
Dit zijn allemaal voorbeelden van zogenoemde phonesthemes (van het Griekse “geluid” en “ik neem waar”). Volgens dit onderzoek zijn phonesthemes onderdeel van de taal omdat ze ons op ons helpen om 1) sneller nieuwe woorden te leren  en 2) effectiever te communiceren.

Tot slot vergelijken de schrijvers van ‘Introduction to Language’ gewone talen af en toe met gebarentalen omdat dit vaak interessante inzichten oplevert. Wat betreft de link tussen woorden en hun betekenis is het bij gebarentaal namelijk vaak wél zo dat de gebaren iets te maken hebben met de betekenis. Een goed voorbeeld hiervan is het gebaar voor drinken. Dat lijkt namelijk op het vasthouden en drinken uit een glas. Echter kunnen deze gebaren, net als woorden in normale taal, veranderen door de jaren heen. Zo kan ik mij goed voorstellen dat het gebaar voor eten, zoals je in deze video kunt zien, ooit misschien nog wat meer leek op de actie die het beschrijft.

Conclusie: wil je een nieuwe taal leren? Dan zullen je hersenen links moeten gaan creëren tussen de ‘opeenvolgingen van nietszeggende klanken’ en hun betekenis. Gelukkig zijn je hersenen heel slim en is het leerproces makkelijker dan je denkt!

Bonus 1: Op deze website leggen ze het oorspronkelijke script van Romeo & Juliet (Early Modern English) naast een modernere vertaling (Modern English). Leuk om te vergelijken en te kijken hoe goed je het origineel kunt volgen. Uiteraard kun je natuurlijk ook gewoon eens de moderne versie lezen. Mijn ervaring met oudere teksten is dat je eerst een paar pagina’s moeten lezen voordat je gewend raakt aan de verschillen met de moderne taal. Vervolgens wordt het steeds makkelijker!

Bonus 2: Bij dierengeluiden moet ik ook altijd denken aan een fragment over vogelgeluiden uit een show van cabaretier Bert Visscher. Aanrader! Waarschuwing: hij kan soms wat grof zijn. Link.

Bonus 3: Onderzoek naar phonesthemes voor de docenten/linguïsten onder ons. Tip: sowieso even de conclusie lezen!

Thursday, February 27, 2020

ITL #4 - Knowing a Language Part 2: Words

In de vorige blog ging het over hoe elke taal een beperkt aantal klanken heeft. Vandaag gaan we kijken naar de betekenis van deze klanken, oftewel, woorden!

Misschien heb je er nog nooit zo bij stilgestaan maar als je een taal kent, houdt dat in dat je begrijpt dat sommige opeenvolgingen van klanken een bepaalde betekenis hebben. Als iemand de klanken van het woord ‘hijskraan’ uitspreekt, in de juiste volgorde, en je kende dat woord al, dan hérken je het namelijk. Tenminste, je hersennen triggeren één of meerdere associaties die jij hebt bij het concept ‘hijskraan’. Of jouw begrip van het woord ook correct is, is natuurlijk een tweede vraag. Voor hetzelfde geld denk je nu aan een waterkraan die je omhoog moet bewegen om er water uit krijgen.

De volgorde van de klanken is belangrijk. ‘Kraanhijs’ heeft geen betekenis. Maak je dit soort fouten vaak, dan lig je binnen de korste keren in het ziekenhuis voor hersenonderzoek.

Ook moeten het de juiste klanken zijn. Als je ‘heeskraan' zegt, zorgt dat voor verwarring. In dit geval valt het misschien mee omdat er verder geen woorden zijn die er op lijken, maar je begrijpt wat ik bedoel.

De associaties en concepten leer je vanzelf, naarmate je meer met de taal bezig bent. Sommigen zijn vrij simpel; anderen meer complex. Denk bijvoorbeeld eens aan het concept ‘democratie’. Door de jaren heen is je begrip daarvan steeds verder ontwikkeld. Ook worden er regelmatig nieuwe woorden bedacht voor concepten die we snel en gemakkelijk met één woord willen kunnen aanduiden. Vaak is het een hele uitdaging om een ingewikkeld concept samen te vatten in één woord. Maar wanneer dat goed lukt, verspreiden deze woorden zich snel. Vaak zijn het dan ook juist de nieuwbedachte woorden die ‘woord van het jaar’ worden. Denk aan weigerambtenaar, plofkip, sjoemelsoftware, brexit en laadpaalklever. Overigens is ‘boomer’, het woord van het jaar 2019, een woord dat al heel lang bestaat. Best ironisch dat vooral de jeugd, die het woord waarschijnlijk nog niet kende, het ziet als een leuk, nieuw woord om oudere mensen oud of ouderwets te noemen. Ach, en misschien denk je nu wel: “OK, boomer”.

Ten slotte moet je weten waar het woord begint en waar het eindigt. Anders kun je het niet herkennen wanneer iemand het in een zin gebruikt. Om dit te illustreren heb ik een willekeurig Nederlands verhaaltje van Google geplukt en dit in Google Translate geplakt nadat ik alle spaties en leestekens er uit had gehaald. Luister hier naar het monsterlijke resultaat. De talen staan op Spaans en Frans zodat je een beter idee krijgt van hoe slecht dit voor hen te volgen is. Als je ‘Detect language’ klikt, klinkt het nog verbazingwekkend goed. Is dat omdat de AI van Google de woorden herkent en toch wat onderscheid weet te creëren door o.a. de klemtoon goed te plaatsen? Of is het puur omdat je de Nederlandse taal (her)kent en de onderlinge woorden snel genoeg kunt verwerken?

Overigens  heb je in normaal taalgebruik korte pauzes tussen de zinnen, en soms ook tussen de woorden van een zin. Verder zijn zinnen in principe echter een redelijk strakke opeenvolging van nietszeggende klanken. Tenminste, tenzij je de taal, en dus de woorden, kent.

Dit is ook precies wat een Amerikaanse leerling, die Nederlands van mij krijgt, onlangs aangaf: “the words blur together so it’s difficult for me to recognise them in spoken language”. Als je de woorden van een taal dus niet goed genoeg kent, lijken ze in elkaar over te lopen.

Ten slotte nog een laatse funfact over de relatie tussen woorden en hun betekenis: er lijkt weinig of helemaal geen verband te zijn! Hier valt echter veel over te zeggen en dus wil ik er graag volgende week op terugkomen in een vervolg op deze post.

Bonus: het bedenken van lange woorden is voor sommigen ook een leuke sport. Denk bijvoorbeeld aan woorden als ‘Kindercarnavalsoptochtvoorbereidingswerkzaamhedenplan’. Zie link voor meer. Je moet de taal redelijk goed beheersen om te begrijpen waar het hier over gaat!

Thursday, February 20, 2020

ITL #3 - Knowing a Language Part 1: Sound System

Wat hebben de volgende woorden met elkaar gemeen?
  • Taumatawhakatangihangakoauauotamateapokaiwhenuakitanatahu
  • Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch (Hoe zeg je dat? Link!)
  • Äteritsiputeritsipuolilautatsijänkä
Juist. Het zijn allemaal veel te lange plaatsnamen (gevonden op: link).

Even ter illustratie:
“Ik ben Wouter, geboren in Taumatawhakatangihangakoauauotamateapokaiwhenuakitanatahu en opgegroeid in Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch. We verhuisden naar Äteritsiputeritsipuolilautatsijänkä toen ik 12 was en nu woon ik in Azpilicuetagaraicosaroyarenberecolarrea”.

Dan toch liever Dordrecht, Zwijndrecht, Kampen en Zwolle, in die volgorde.

Vanwege hun lengte zijn ze misschien zelfs lastig om uit te spreken in de moedertaal van de bewoners. Voor ons als Nederlanders speelt er echter nog een ander probleem: sommige van de klanken in die namen kennen wij helemaal niet!

Als kind krijg je al te horen dat er veel “leenwoorden” in de Nederlandse taal zitten. Dat zijn woorden die oorspronkelijk uit een andere taal komen en die wij hier ook gewoon gebruiken, vaak omdat we er zelf geen apart woord voor hebben. Ik herinner mij nog dat ik dit destijds op de basisschool uitgelegd kreeg in verband met de spelling van woorden als ‘bureau’. Denk ook aan woorden als:
  • (Engels) computer, corner, e-mail (Let op: de Engelse spelling is ‘email’!), laptop, mountainbike, etc.
  • (Frans) ambulance, ballon, chauffeur, café, humeur, surprise, visite, etc.
  • (Duits) - schnitzel, überhaupt, zeppelin, apfelstrudel, föhn, etc.
  • (Latijn) - agenda, datum, museum, professor, etc.
Vaak spreken we de woorden op een andere manier uit dan dat de oorspronkelijke ‘eigenaren’ dat doen; namelijk met klanken die al in onze eigen taal voorkomen. Luister bijvoorbeeld eens naar de verschillen in de volgende geluidsfragmenten:
ballonlaptop - schnitzel

Dit doen we vooral omdat de woorden die onderdeel zijn van onze taal (inclusief leenwoorden) ook moeten klinken als onze taal. Wat is namelijk het probleem met leenwoorden? Er zijn een flink aantal klanken die wij in het Nederlands niet hebben! Luister nog eens goed naar de ‘a’ in de Engelse uitspraak van ‘laptop’. Hoor je weinig of geen verschil? Dat komt omdat je de klank (nog) niet goed genoeg kent. En dus zeggen wij in Nederland eigenlijk ‘leptop’ omdat onze ‘e’ het dichtst in de buurt komt van die klank.

Andere voorbeelden zijn de Engelse ‘th’-klanken (als in that en teeth). En Engelstaligen kunnen op hun beurt onze ‘(s)ch’- en ‘ui’ klank niet uitspreken. En hoe spreken Engelsen het van oorsprong Franse ‘bureau’ dan uit? Link!

En wat als je een andere taal wilt spreken? Yep. Dan moet je dus die andere, en voor jou nieuwe,  klanken gaan leren. De eerste stap is leren dát andere talen vrijwel altijd klanken hebben die anders zijn. Maar dat wist je waarschijnlijk al. Bewust of onbewust.

Vervolgens moet je erachter komen wat de specifieke verschillen zijn en moet je veel gaan oefenen. Eerst herkennen. Dan toepassen. Vervolgens is het een kwestie van uitkijken dat je niet uit automatisme terugschakelt naar de klanken uit je eigen taal. Het kan namelijk zorgen voor miscommunicatie. Zo had ik het laatst met een Amerikaan over het aaien van een huisdier: to pat a pet. Omdat ik op dat moment niet lette op de kwaliteit van de ‘a’-klank, zei ik dus eigenlijk ‘to pet a pet’. Dat zorgde voor de nodige verwarring.

Overigens kun je deze andere klanken wel zodoende aanleren dat je ze onbewust goed kunt gebruiken. Zo zijn de ‘th’-klanken niet echt een probleem meer voor mij. Sterker nog, dit geldt tegenwoordig denk ik ook voor een heel groot deel van de Nederlandse jeugd op het moment dat ze het voortgezet onderwijs afronden.

Wat ook goed is om te beseffen, is dat de context vaak miscommunicatie voorkomt. Als je een dictator een ‘bad man’ wilt noemen, maar je zegt eigenlijk ‘bed men’, zal uit de context wel helder worden wat je bedoelt. Daarnaast helpt natuurlijk ook dat er in de andere taal niet altijd woorden zijn waarmee het verward zou kunnen worden. ‘Leptop’ is geen woord in het Engels, dus zal een Engelsman ervan uitgaan dat je ‘laptop’ bedoelt. Denk ook eens aan gesprekken die je in het Nederlands hebt gevoerd met mensen met een andere moedertaal. Er is best veel ruimte om fouten te maken zonder dat het al te veel invloed heeft op de communicatie!

Anyway. Ik zal later zeker nog eens terugkomen op belangrijke verschillen/tips wat betreft uitspraak. Ik hoop dat ik duidelijk heb kunnen laten zien dat de verschillende klanken die bij een taal horen er een belangrijk onderdeel van zijn. Volgende keer schrijf ga ik het hebben over een ander niet onbelangrijk onderdeel van een taal: de woorden!

Bonus: voor een interessant artikel over het gebruik van leenwoorden in het Nederlands en de invloed van buitenlandse talen over de jaren heen, zie link.

Bonus 2: De integratie van leenwoorden in onze taal is een proces dat een tijdje duurt. Een mooi voorbeeld daarvan (genoemd in het volgende artikel) is de manier waarop we ‘WhatsApp’ uitspreken. Sommige mensen gebruiken een Engelse ‘w’ (geronde lippen); anderen een Nederlandse ‘w’ (ligt dicht bij een Nederlandse ‘v’). Zelf zeg ik het meestal op z’n Engels. Het hangt vooral af van tegen wie ik het zeg, vermoed ik. En jij?

Bonus 3: Om de klanken van verschillende talen te kunnen beschrijven is het International Phonetic Alphabet (IPA) ontwikkeld. Een basiskennis van dit IPA kan handig zijn bij het leren van een nieuwe taal. Sommige methodes, zoals Cambridge Empower, maken er dan ook veel gebruik van. Hoe dan ook, ik ga zeker nog op terugkomen op dit IPA, maar om alvast een beetje een idee te krijgen (aanrader!), kun je deze link checken.

Bonus 4: Funfact: blijkbaar heeft de 'Engelse' term 'yankee' een Nederlandse achtergrond! Zie link.

Thursday, February 13, 2020

ITL #2 - What is Language?

Mensen praten...
...enorm veel en vaak.
...in allerlei situaties.
...op allerlei manieren.
...met/tegen allerlei mensen.
...soms ook tegen dieren, objecten of zichzelf.
...in hun dromen, of zelfs hardop in hun slaap.
...etc.

Het punt is: taal is een gigantisch groot onderdeel van ons bestaan.

Sterker nog, zoals je in onderstaande quote kunt lezen zijn er gemeenschappen waar het kennen van tenminste één taal een vereiste is om als ‘persoon’ gezien te worden.

To some people of Africa, a newborn child is a kintu, a “thing,” not yet a muntu, a “person.” Only by the act of learning language does the child become a human being. According to this tradition, we all become “human” because we all know at least one language.

Jij ‘kent’ Nederlands. Eh.. toch? Anders zou je dit niet kunnen lezen?

Zijstapje: vroeger leerden we lezen met behulp van een methode genaamd ‘Wie dit leest’. Dus ik op zoek; kijken of ik er nog iets over kon vinden. Blijkt dat deze methode uit het jaar 9999 stamt, aldus bol.com (zie link).
Dus.. de Nederlandse taal ken je kennelijk wel redelijk. Maar wacht! Eigenlijk weet je er zo veel meer van dan je beseft! (Klinkt een beetje clickbait-achtig, of niet? WAT WEET JIJ VAN JOUW TAAL? DOE DE QUIZ! JE RESULTAAT ZAL JE VERBAZEN!)

Maar even zonder grapjes. De manier waarop wij doorgaans taal gebruiken is net als de manier waarop wij doorgaans lopen: zonder enig bewust besef van alle fysieke (natuur)krachten die daar een rol bij spelen. Daar staan we gewoon niet bij stil (sorry, toch grapjes). En dat is doorgaans ook helemaal niet nodig als we alleen onze moedertaal spreken. Neem bijvoorbeeld de manier waarop wij de ‘g’ uitspreken. Je gebruikt ‘em gewoon zoals het hoort, zonder er bij na te denken. En dat terwijl Engelstaligen er de grootste moeite mee hebben omdat die klank in het Engels niet voorkomt.

Op het moment dat je een andere taal gaat leren is een stuk taalkennis (of besef) zeer handig. Anders ben je waarschijnlijk geneigd om bepaalde elementen van je moedertaal ook te gebruiken in de andere taal; met alle gevolgen van dien. Een goed voorbeeld daarvan is het verschil in woordvolgorde tussen Nederlands en Engels. Vóór je goede Engelse zinnen kunt leren maken, moet je eerst leren dat woordvolgorde een belangrijk onderdeel is van je eigen taal (krijgen we als kind al wel te horen) maar óók dat de Engelse woordvolgorde vaak anders is!

Naast de voordelen die een stuk bewustwording kan bieden bij het leren van een andere taal vind ik het persoonlijk ook erg leuk om meer te weten te komen over taal in het algemeen. YMMV (wat betekent dat nou weer? Zie link).

In de komende blogposts zal ik dus schrijven over de taalkennis die je (onbewust) al toepast. Verwacht veel ‘oooh’- en ‘aha’-momenten.

Ter afsluiting een quote van Noam Chomsky, die volgens Wikipedia ook wel eens de ‘father of modern linguistics’ wordt genoemd (Nou. Bij deze!):

When we study human language, we are approaching what some might call the “human essence,” the distinctive qualities of mind that are, so far as we know, unique to man.
- Noam Chomsky, Language and Mind, 1968

Praktische mededeling: als het goed is kun je je nu ook opgeven voor automatisch blogupdates in het menu rechtsboven (of onderaan in mobile view). Je krijgt dan een mailtje toegestuurd wanneer er nieuwe blogposts zijn.

Toodles!
(afgeleid van Toodle-oo. Zie
link voor uitleg over de oorsprong. Ik had zelf alleen nog maar de theorie helemaal onderaan gehoord!)

Monday, February 3, 2020

ITL #1 - The Human Brain

De Engelse quote die hieronder staat is onderdeel van de inleiding van het boek Introduction to Language. De Nederlandse vertaling is van eigen hand.
The nervous systems of all animals have a number of basic functions in common, most notably the control of movement and the analysis of sensation. What distinguishes the human brain is the variety of more specialized activities it is capable of learning. The preeminent example is language. NORMAN GESCHWIND, 1979
Van de zenuwstelsels van alle verschillende dieren zijn een aantal basisfuncties hetzelfde, met name de controle over beweging en de waarneming van zintuigelijke informatie. Wat de hersenen van de mens anders maakt, is de verscheidenheid aan gespecialiseerdere activiteiten die het kan leren. Het beste voorbeeld hiervan is taal. - Norman Geschwind, 1979
Zou jij hem ook zo vertaald hebben?
 
Afhankelijk van hoe je de quote interpreteert, lijkt Geschwind te zeggen dat de mens niet een dier is. Hoe zie jij dat?

Blog Update #1 - Welkom!


Hi! Welkom op mijn blog.  

Als je googlet (die spelling moest ik toch even opzoeken. Bij deze: link) hoeveel blogs er zijn, geeft het eerste resultaat aan dat er wereldwijd meer dan 600 miljoen blogs zijn. Mocht je je afvragen waarom ik ondanks dit gegeven toch aan het typen ben gegaan, check dan vooral even de about pagina.

In deze blog ga ik het in eerste instantie dus vooral hebben over funfacts, leuke inzichten, praktische tips, e.d. met het boek Introduction to Language als uitgangspunt. De vorm die dit krijgt (denk o.a. frequentie, inhoud, opties om deze blog te volgen, comments en/of andere interactie, layout, etc., etc.) staat nog lang niet vast en ik zal zeker in het begin veel experimenteren. Feedback is altijd welkom.

Ik zal zo ook meteen de eerste inhoudelijke post .. posten. Ik hoop dat jullie dit soort dingen net zo interessant vinden als ik.

Hmm. Ik had natuurlijk kunnen zeggen “ik hoop dat jullie het ook een beetje interessant vinden”, maar ja, dat klinkt ook weer zo .. apart. “Ik hoop dat jullie het ook interessant vinden – ergens in de richting van hoe interessant ik het zelf vind, maar met alle begrip voor als je het niet even interessant vind als ik”?

Anyway! Cheers! (wat betekent ‘cheers’ nou eigenlijk? Zie link)

Wouter Koops