In de afgelopen 5
blogposts schreef ik over het kennen van
een taal en welke onderdelen en eigenschappen daar bij horen. Vandaag sluiten
we dit onderwerp af door te kijken naar de mate waarin je vertrouwd bent met
een taal.
We hebben gezien
dat als je een taal kent, je de klanken en de woorden van die taal kent.
Daarnaast kun je onderscheid maken tussen correcte en incorrecte zinnen en kun
je jouw creativiteit toepassen om oneindig lange zinnen te maken. Dus stap eens
af op de dichtsbijzijnde persoon (wel 1.5m afstand houden vanwege het Corona
virus!) en vertel diegene eens wat je het afgelopen weekend hebt gedaan. Hier
komt de uitdaging: het mag maar 1 zin zijn en je moet 10 minuten volpraten.
Hoe ging het?
Niet te doen, neem ik aan?
Ondanks dat je de
nodige kennis hebt, zijn er dus toch nog bepaalde beperkingen wanneer je die
kennis probeert toe te passen. Je kunt bijvoorbeeld de draad kwijtraken, bepaalde
woorden even vergeten, stotteren, je verspreken, etc. Kortom, er is een
verschil tussen je ‘linguistic knowledge’ en je ‘linguistic performance’.
Funfact: ook in gebarentaal kan men zich verspreken. Bijvoorbeeld wanneer de beweging van het ene gebaar te laat wordt gestopt bij het maken van het opvolgende gebaar of wanneer men een aspect van het nieuwe gebaar te vroeg inzet.
Overigens geldt
diezelfde kloof ook voor het verwerken van input. Als bijvoorbeeld een
politicus te lange zinnen gebruikt, wordt het op een gegeven moment lastig te
volgen en dus irritant. Daarom passen mensen hun taalgebruik vaak aan om zo te
zorgen dat de ontvanger het beter kan volgen. Denk bijvoorbeeld aan de manier
waarop veel volwassenen tegen kinderen en baby’s praten in zogeheten
‘infant-directed speech’ of ‘baby talk’ (al zijn er wel hele discussies over de
impact van dit versimpelde taalgebruik op het taalverwervingsproces van
kinderen).
En een leuk
voorbeeld uit Introduction to Language, over het kunnen volgen van gesproken
taal:
“What’s one and one and one and one and one and one and one and one and one and one?” “I don’t know,” said Alice. “I lost count.” “She can’t do Addition,” the Red Queen interrupted. - LEWIS CARROLL, Through the Looking-Glass, 1871
Op zich begreep
Alice de invididuele woorden natuurlijk wel en ook het optellen zou
waarschijnlijk geen probleem zijn ... als er maar niet zoveel herhaling in zat
waardoor ze de tel kwijtraakte!
Linguistic
performance is iets waar je aan kunt werken. Denk bijvoorbeeld aan free flow
rappers. Voor zover ik weet steken ze veel tijd in het oefenen van deze
vaardigheid. Maar ook voor jou geldt waarschijnlijk: of het nou om je
moedertaal gaat of een tweede of derde taal, practise makes perfect!
*Bonus: Dit is
een geheugensteuntje voor het onthouden van de eigenschappen van de gebaren in
gebarentaal: HOLME. Het staat voor Handshape, Orientation,
Location, Movement, Expression.
No comments:
Post a Comment