Thursday, March 26, 2020

ITL #8 - Knowing a Language Part 5: Linguistic Knowledge and Performance


In de afgelopen 5 blogposts schreef ik over het kennen  van een taal en welke onderdelen en eigenschappen daar bij horen. Vandaag sluiten we dit onderwerp af door te kijken naar de mate waarin je vertrouwd bent met een taal.

We hebben gezien dat als je een taal kent, je de klanken en de woorden van die taal kent. Daarnaast kun je onderscheid maken tussen correcte en incorrecte zinnen en kun je jouw creativiteit toepassen om oneindig lange zinnen te maken. Dus stap eens af op de dichtsbijzijnde persoon (wel 1.5m afstand houden vanwege het Corona virus!) en vertel diegene eens wat je het afgelopen weekend hebt gedaan. Hier komt de uitdaging: het mag maar 1 zin zijn en je moet 10 minuten volpraten.

Hoe ging het? Niet te doen, neem ik aan?

Ondanks dat je de nodige kennis hebt, zijn er dus toch nog bepaalde beperkingen wanneer je die kennis probeert toe te passen. Je kunt bijvoorbeeld de draad kwijtraken, bepaalde woorden even vergeten, stotteren, je verspreken, etc. Kortom, er is een verschil tussen je ‘linguistic knowledge’ en je ‘linguistic performance’.
Funfact: ook in gebarentaal kan men zich verspreken. Bijvoorbeeld wanneer de beweging van het ene gebaar te laat wordt gestopt bij het maken van het opvolgende gebaar of wanneer men een aspect van het nieuwe gebaar te vroeg inzet.

Overigens geldt diezelfde kloof ook voor het verwerken van input. Als bijvoorbeeld een politicus te lange zinnen gebruikt, wordt het op een gegeven moment lastig te volgen en dus irritant. Daarom passen mensen hun taalgebruik vaak aan om zo te zorgen dat de ontvanger het beter kan volgen. Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop veel volwassenen tegen kinderen en baby’s praten in zogeheten ‘infant-directed speech’ of ‘baby talk’ (al zijn er wel hele discussies over de impact van dit versimpelde taalgebruik op het taalverwervingsproces van kinderen).

En een leuk voorbeeld uit Introduction to Language, over het kunnen volgen van gesproken taal:
“What’s one and one and one and one and one and one and one and one and one and one?” “I don’t know,” said Alice. “I lost count.” “She can’t do Addition,” the Red Queen interrupted. - LEWIS CARROLL, Through the Looking-Glass, 1871
Op zich begreep Alice de invididuele woorden natuurlijk wel en ook het optellen zou waarschijnlijk geen probleem zijn ... als er maar niet zoveel herhaling in zat waardoor ze de tel kwijtraakte!

Linguistic performance is iets waar je aan kunt werken. Denk bijvoorbeeld aan free flow rappers. Voor zover ik weet steken ze veel tijd in het oefenen van deze vaardigheid. Maar ook voor jou geldt waarschijnlijk: of het nou om je moedertaal gaat of een tweede of derde taal, practise makes perfect!

*Bonus: Dit is een geheugensteuntje voor het onthouden van de eigenschappen van de gebaren in gebarentaal: HOLME. Het staat voor Handshape, Orientation, Location, Movement, Expression.

Friday, March 20, 2020

ITL #7 - Knowing a Language Part 4: Sentences and Nonsentences

In eerdere blogs hebben we gekeken naar de onderdelen en eigenschappen van een taal die je kent als je de taal beheerst. Dat zijn dus de klanken, de woorden en het gegeven dat deze met een beetje menselijke creativiteit gecombineerd kunnen worden om een oneindig aantal nieuwe zinnen te vormen. Maar als je de taal kent, ben je je ook bewust van welke zinnen mogelijk zijn en welke niet.

Kijk maar eens naar de volgende zinnen. Ze zijn allemaal gebaseerd op een eerdere blogpost. Een aantal van deze zinnen zijn rechtstreeks gecopy-pastet (yup, dat is blijkbaar hoe je het schrijft) vanuit de oorspronkelijke tekst. De rest van de zinnen is gevormd door een Markov Chain text generator.
- Ging het in een vervolg op lijken ze in Google geplukt en toch wat onderscheid weet.
- Elke taal bezig bent sommigen ook correct is het niet herkennen wanneer iemand de zinnen en.
- Over te begrijpen waar het monsterlijke resultaat de woorden snel vaak zijn vrij simpel andere meer.
- Luister hier naar het monsterlijke resultaat.
- Taal dus wil ik bedoel de zinnen in dat vooral de juiste klank van Google Translate.
- Aantal klanken tenminste je detect language als een leuk nieuw woord ook correct is voor sommigen.
- Als je ‘Detect language’ klikt, klinkt het nog verbazingwekkend goed.
- Heeft vandaag gaan we snel vaak dan lig je in Google de nieuwbedachte woorden snel genoeg.
- Vaak zijn het dan ook juist de nieuwbedachte woorden die ‘woord van het jaar’ worden.
Als het goed is, heb je een vrij helder idee van welke zinnen ‘kloppen’ en welke niet. Maar hoe werkt dat dan? Waarom zeggen we dat sommige van deze zinnen niet mogelijk zijn en anderen wel?

We weten dat een zin oneindig veel woorden kan hebben (zie #7 - Knowing a Language Part 3: Creativity) en dat het aantal mogelijke zinnen oneindig is. En hoe slim je ook bent, je hersenen hebben hun beperkingen. Je zou dus nooit een soort database kunnen hebben van alle mogelijke zinnen. Bovendien zou je dan ook niet kunnen bepalen of een nieuwe zin, die je nog niet eerder gezien hebt, goed is. Blijkbaar zijn er dus bepaalde regels voor het vormen van zinnen die ons in staat stellen om nieuwe zinnen te vormen en te interpreteren. Deze regels moet je al op jonge leeftijd leren. Gelukkig is het leerproces grotendeels onbewust en gaat het dus eigenlijk automatisch!

Ten slotte nog een leuk voorbeeld van mijn 3-jarige zoontje die zichzelf midden in dit leerproces hardop verbetert (wij zeiden verder niets):
I want to not wait until the sun is up.
I wanna not wait until the sun is up.
I don’t want to wait until the sun is up.
Ik: "Heeey, well done!"

Saturday, March 14, 2020

ITL #6 - Knowing a Language Part 3: Creativity


Ooit wel eens iemand horen zeggen: ‘ik ben niet zo creatief’? Well, hold that thought!

In de vorige blogposts ging het over de klanken en woorden van een taal; onderdelen van de taal die je kent wanneer je de taal beheerst. In deze blogpost voegen we daar het creatieve* aspect aan toe.

*van ‘creëren’, het maken/scheppen van nieuwe dingen.

Zoals je weet gebruiken we in het dagelijkse leven veel uitdrukkingen die we vaak herhalen. Uitdrukkingen als:
Wat zeg je? 
Het gaat straks regenen.
Gefeliciteerd met (de verjaardag van) je broer!
Of in het Engels:
Nice to meet you.
How are you doing?
Have fun!
en andere veelgebruikte standaardzinnetjes die handig zijn om te leren.

Maar veel van de dingen die we zeggen, hebben we nog nooit eerder gezegd. Soms komt er ook wel eens een zin uit je mond waarvan je meteen zoiets hebt van ‘yeap, dit heeft nog nooit iemand eerder gezegd’. Dit is voor veel mensen een leuke realisatie omdat het bedenken van een nooit eerder bedachte zin ook gezien kan worden als een bevestiging van de originaliteit van een individu. Er zijn zelfs hele subreddits, zoals deze en deze
, speciaal voor het delen van nieuwe en originele zinnen.

Laten we vooral ook niet vergeten dat originaliteit een zeeeer belangrijke rol speelt bij het menselijke flirtproces/paringsproces in de vorm van foute openingszinnen). Eh, toch?

Maar denk ook aan bedrijfsnamen en slogans. Hoe catchier (pakkender) ze zijn, hoe beter. Meestal wordt er dan ook veel tijd gestoken in het bedenken van een goede, originele naam/slogan. Lees hier bijvoorbeeld de verhalen achter de namen en slogans van een aantal bekende bedrijven. 

Net als bij veel andere bedrijven is ook de naam van mijn onderneming (‘Trustwordy’) een woordspeling: ‘Trustworthy’ (betrouwbaar) maar dan met ‘wordy’ omdat mijn werkzaamheden met taal, en dus woorden, te maken hebben.

Al onze creativiteit, samen met een aantal belangrijke eigenschappen van taal waar ik zo op terug zal komen, zorgt ervoor dat het het aantal mogelijke zinnen die we kunnen bedenken ONEINDIG is.

Sterker nog. In theorie zou zelf één enkele zin oneindig lang kunnen zijn. Eén van de eigenschappen van taal is namelijk dat je meerdere bijvoeglijke naamwoorden (adjectives) achter elkaar kunt gebruiken. Bijvoorbeeld:
De vriendelijke, oude, ietwat demente man.
In principe is er geen limiet aan het aantal herhalingen en kun je zelfs hetzelfde bijvoeglijk woord blijven herhalen:
De oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude, oude man.
Op die manier benadruk je dus hoe oud de man is ... maar of de beschrijving dan nog interessant is, is natuurlijk nog maar de vraag. Hoe dan ook, grammaticaal gezien kan het!

Een ander onderdeel van de taal dat oneindig lange zinnen mogelijk maakt is de bijzin (subclause). Alle talen hebben deze eigenschap en ze stellen je in staat om een zin steeds verder uit te breiden:
De hond achtervolgde de kat.
De hond, nog slaperig van zijn middagdutje, achtervolgde de kat.
De hond, nog slaperig van zijn middagdutje, verblind door de zon die door de nieuwe, fel rode achterdeur naar binnen scheen, achtervolgde de kat zonder enig besef van de onzinnige taal die zou worden gebruikt om zijn slecht verzorgde vacht – nee maar echt niet normaal slecht hoor -, zijn opvallende, afwijkende renbeweging – veroorzaakt door het feit dat zijn baasje hem in een jolige bui sokken had aangetrokken tijdens het eerdergenoemde middagdutje – en zijn donkerbruine vermoeden dat dit soort ‘grapjes’ vaker zouden kunnen gaan plaatsvinden daar zijn baasje voor de komende 2 weken thuis zou zijn vanwege het COVID-19 virus te beschrijven.
Zo zou je nog een tijdje door kunnen gaan en sommige mensen zien het bedenken van extreem lange zinnen als een leuke uitdaging. Kijk bijvoorbeeld eens naar deze 65 lange zinnen uit de literatuur. De langste zin in dat rijtje heeft 2156 woorden en het lijkt erop dat het huidige record voor de langste zin een compleet boek is met één zin van maar liefst 13955 woorden (The Rotter’s Club van Jonathan Coe)!

Een andere plek waar lange zinnen als iets goeds worden gezien is bij jonge kinderen. Daar wordt namelijk regelmatig gekeken naar de lengte van de zinnen die ze maken om een idee te krijgen van hun taalvaardigheid. Zo vormde mijn oudste zoontje, toen hij net 2 jaar was, de volgende, redelijk lange zin nadat hij net een tweede bal uit z’n bad had gegooid:
‘Now there two balls out of the bath!’
Voor zijn leeftijd was dat toen best goed!

Zinnen die té lang zijn, zijn natuurlijk lastiger om te volgen. De ontvanger moet namelijk meerdere verschillende ideeën gaan verwerken. Als we met schrijfvaardigheid bezig zijn, raad ik mijn leerlingen dan ook altijd aan om hun zinnen redelijk kort te houden. Deze korte tekst, die gaat over de lengte van zinnen en het ‘schrijven van muziek’, legt dit principe perfect uit!

Dat brengt mij bij het volgende punt: als je een taal kent, kun je ook nieuwe zinnen uit die taal begrijpen. Het boek Introduction to Language illustreert dit met de volgende zin:
Daniel Boone decided to become a pioneer because he dreamed of pigeon-toed giraffes and cross-eyed elephants dancing in pink skirts and green berets on the wind-swept plains of the Midwest.
Het gaat helemaal nergens over, maar je begrijpt wel wat er staat, afhankelijk van hoe goed je de Engelse taal beheerst.

Dus creativiteit is een essentieel aspect van taal. Het stelt ons in staat om enorm veel dingen te verwoorden en zo creëren we elke dag weer compleet nieuwe zinnen. Natuurlijk is de ene mens creatiever dan de ander maar eigenlijk zijn mensen in het algemeen dus behoorlijk creatief!

Funfact: er schijnen in totaal meer dan 130 miljoen boeken te zijn uitgebracht. En dat is alleen nog maar de geschreven taal!

Thursday, March 5, 2020

ITL #5 - Knowing a Language Part 2: Words (vervolg)

Aan het einde van de vorige blog (link) noemde ik kort dat er weinig of geen verband lijkt te zijn tussen woorden en hun betekenis en dat ik hier nog op terug zou komen. Bij deze!

Heb je ooit iemand “What’s in a name” horen zeggen?
Sue: I want to buy this pair of jeans.
Mother: This other pair is much cheaper.
Sue: But it doesn't have the designer brand name.
Mother: What's in a name?
Our company values experience and proven ability over the various degrees and titles that appear on your résumé. What's in a name, that's our opinion.
Oorspronkelijk komt deze quote uit het toneelstuk Romeo & Juliet van William Shakespeare. Zoals je misschien al weet gaat het in dat verhaal over 2 tieners met een ingewikkelde relatie vanwege de haat tussen hun families. Juliet betreurt de naam van Romeo. Want, redeneert ze, als hij een andere naam zou hebben, zou de vete tussen de families geen probleem zijn voor hen!
Only your name is my enemy. You’d be yourself even if you ceased to be a Montague. What’s a Montague, after all? It’s not a hand, foot, arm, face, or any other body part. Oh, change your name! What’s the significance of a name? The thing we call a rose would smell as sweet even if we called it by some other name. So even if Romeo had some other name, he would still be perfect.
Oftewel, wat maakt de naam nou uit?!

Wanneer Shakespeare het heeft over de roos, observeert hij dus eigenlijk dat er geen relatie is tussen woorden en hun betekenis.

Denk eens aan woorden zwart, straat en gehaktbal. Is er een verband tussen deze ‘opeenvolging van nietszeggende klanken’ en wat we met deze woorden bedoelen? Nee! We zien wel dat ‘gehaktbal’ (gaar voorbeeld misschien) bestaat uit ‘gehakt’ en ‘bal’. En ‘gehakt’ komt natuurlijk van het werkwoord ‘hakken’. Maar ‘hak’ en ‘bal’? Nope. Alle logica ontbreekt.

Funfact: dit onderwerp - de link tussen woorden en hun betekenis - is niet bepaald nieuw. Plato (400 BC) had het er bijvoorbeeld ook al over! Zie link.

Linguïsten (taalwetenschappers) zijn het er dus over eens te zijn dat de relatie tussen woorden en hun betekenis arbitrair (willekeurig) is. Er zijn echter wél groepen woorden die in beperkte mate wat systeemmatigheid laten zien.

Allereerst is er de categorie onomatopoeia (van het Griekse “naam” en “ik maak”). Dit zijn woorden die bepaalde geluiden imiteren of suggereren of er op een of andere manier op lijken. Een groot onderdeel binnen deze groep zijn de dierengeluiden. Denk daarbij aan uitdrukkingen als:
kukeleku, twiet twiet, waf waf, miauw miauw, knor knor, etc.
Wist je trouwens dat deze, net als veel onomatopoeia, soms (compleet) anders zijn in andere talen? In het Engels heb je bijvoorbeeld:
cock a doodle doo, chirp chirp, bow wow, meow, oink oink. 
Op deze website kun je een flink aantal geluiden en talen vergelijken. Altijd leuk!

Waar je ook veel onomatopoeia tegenkomt, is in stripboeken.
Crash! Pow! Blam! Crack!
Zo kwam ik de volgende website tegen waar ze een heleboel van dit soort termen op een rijtje hebben gezet, inclusief een link naar de bron. Click!

Een andere kleine vorm van structuur in de taal bestaat uit bepaalde combinaties van klanken die op één of andere manier toch iets te maken hebben met een bepaald concept. Zo zie je in stripboeken regelmatig woorden die eindigen in -ash. Ze beschrijven vaak acties met een krachtige impact.
Bash, clash, crash, dash, flash, gnash, lash, mash, quash, slash, smash, splash, squash, thrash!
Daarnaast zijn er veel Engelse woorden die beginnen met ‘gl’ en die iets te maken hebben met zicht.
Glare, glint, gleam, glitter, glossy, glaze, glance, glimmer, glimpse en glisten. 
Maar woorden als gladiator, glucose, glory, glutton en globe, die ook beginnen met ‘gl’ zijn ongerelateerd.

Een ander voorbeeld, dat in ieder geval een rol lijkt te spelen in Engels, Nederlands en Duits is ‘sn’ voor woorden die te maken hebben met het mond/neus-gebied.

Engels: snap, sneer, sniff, snore, snot.
Nederlands: snakken, snavel, snoet, snor, snuffelen.
Duits: Schnabel, schnarben, schnaufen, schneuzen.
 
Dit zijn allemaal voorbeelden van zogenoemde phonesthemes (van het Griekse “geluid” en “ik neem waar”). Volgens dit onderzoek zijn phonesthemes onderdeel van de taal omdat ze ons op ons helpen om 1) sneller nieuwe woorden te leren  en 2) effectiever te communiceren.

Tot slot vergelijken de schrijvers van ‘Introduction to Language’ gewone talen af en toe met gebarentalen omdat dit vaak interessante inzichten oplevert. Wat betreft de link tussen woorden en hun betekenis is het bij gebarentaal namelijk vaak wél zo dat de gebaren iets te maken hebben met de betekenis. Een goed voorbeeld hiervan is het gebaar voor drinken. Dat lijkt namelijk op het vasthouden en drinken uit een glas. Echter kunnen deze gebaren, net als woorden in normale taal, veranderen door de jaren heen. Zo kan ik mij goed voorstellen dat het gebaar voor eten, zoals je in deze video kunt zien, ooit misschien nog wat meer leek op de actie die het beschrijft.

Conclusie: wil je een nieuwe taal leren? Dan zullen je hersenen links moeten gaan creëren tussen de ‘opeenvolgingen van nietszeggende klanken’ en hun betekenis. Gelukkig zijn je hersenen heel slim en is het leerproces makkelijker dan je denkt!

Bonus 1: Op deze website leggen ze het oorspronkelijke script van Romeo & Juliet (Early Modern English) naast een modernere vertaling (Modern English). Leuk om te vergelijken en te kijken hoe goed je het origineel kunt volgen. Uiteraard kun je natuurlijk ook gewoon eens de moderne versie lezen. Mijn ervaring met oudere teksten is dat je eerst een paar pagina’s moeten lezen voordat je gewend raakt aan de verschillen met de moderne taal. Vervolgens wordt het steeds makkelijker!

Bonus 2: Bij dierengeluiden moet ik ook altijd denken aan een fragment over vogelgeluiden uit een show van cabaretier Bert Visscher. Aanrader! Waarschuwing: hij kan soms wat grof zijn. Link.

Bonus 3: Onderzoek naar phonesthemes voor de docenten/linguïsten onder ons. Tip: sowieso even de conclusie lezen!